Een string
Een enkel paneel bestaande uit een aantal cellen (die ca. 0,5 V per stuk leveren) levert weliswaar misschien voldoende spanning om een accu op te laden, maar de spanning is te laag om daarmee elektriciteit in het net te kunnen voeden.
Daarom worden bij netgekoppelde PV installaties altijd meerdere panelen in serie geschakeld.
Dat betekent in onze situatie bijvoorbeeld strings van 21 panelen, die dan een (gelijk)spanning leveren van 21 x 17,4 Volt = 365,4 Volt (bij STC condities).
Bij ons is sprake van 6 strings (waarvan één bestaat uit slechts19 panelen, vanwege een uitsparing voor een aanwezig dakraam), die elk voorzien zijn van hun eigen inverter.
Sommige inverters zijn geschikt om twee afzonderlijke strings aan te sluiten, die dan elk door hun eigen MPP-tracker in het juiste werkpunt worden gehouden.
Er kunnen namelijk kleine verschillen bestaan tussen de optimale werkpunten van de afzonderlijke panelen.
De panelen zijn voorzien van twee aansluitkabels (een + en een -), elk met hun eigen type stekker.
Door eenvoudig weg de + stekker van het ene paneel te verbinden met de - stekker van het volgende paneel kunnen ze in serie worden geschakeld.
Uiteindelijk moeten de + van het eerste paneel en de - van het laatste paneel worden aangesloten op de inverter.
Alle genoemd bekabeling wordt ook wel DC-bekabeling genoemd (van het Engelse Direct Current = gelijkstroom)
Daarom worden bij netgekoppelde PV installaties altijd meerdere panelen in serie geschakeld.
Dat betekent in onze situatie bijvoorbeeld strings van 21 panelen, die dan een (gelijk)spanning leveren van 21 x 17,4 Volt = 365,4 Volt (bij STC condities).
Bij ons is sprake van 6 strings (waarvan één bestaat uit slechts19 panelen, vanwege een uitsparing voor een aanwezig dakraam), die elk voorzien zijn van hun eigen inverter.
Sommige inverters zijn geschikt om twee afzonderlijke strings aan te sluiten, die dan elk door hun eigen MPP-tracker in het juiste werkpunt worden gehouden.
Er kunnen namelijk kleine verschillen bestaan tussen de optimale werkpunten van de afzonderlijke panelen.
De panelen zijn voorzien van twee aansluitkabels (een + en een -), elk met hun eigen type stekker.
Door eenvoudig weg de + stekker van het ene paneel te verbinden met de - stekker van het volgende paneel kunnen ze in serie worden geschakeld.
Uiteindelijk moeten de + van het eerste paneel en de - van het laatste paneel worden aangesloten op de inverter.
Alle genoemd bekabeling wordt ook wel DC-bekabeling genoemd (van het Engelse Direct Current = gelijkstroom)